Breng een ruime pan met water en wat zout aan de kook voor de aardappels. Schil de aardappels en snij in grove stukken. Voeg ze toe aan het water, breng aan de kook en gaar ze in 15-18 minuten.
Ondertussen snij je de prei alvast in dunne halve ringen en de oude kaas in kleine blokjes van ongeveer 0.5 bij 0.5 cm. Rasp de Grana Padano kaas grof. Haal ook alvast de blaadjes van de selderij en snij of verknip heel fijn.
Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan op laag vuur. Schud regelmatig zodat de nootjes niet aanbranden. Verwarm de olie in een koekenpan op middelhoog vuur. Bak daarin de prei totdat deze lichtbruin begint de kleuren.
In een klein steelpannetje verwarm je de boter en klop de mosterd er met een garde doorheen.
Zodra de aardappels gaar zijn, giet je ze af en laat je ze nog even in de pan. Giet de kookroom eroverheen en schep de roomkaas in de pan. Stamp de aardappels met de gebakken prei en een aardappelstamper tot een grove stamppot.
Roer de oude kaasblokjes, selderij en geroosterde pijnboompitten erdoorheen. Proef en voeg naar eigen smaak zout en peper toe. Serveer de preistamppot met drie kazen, met de mosterdjus en de Grana Padano kaas eroverheen gestrooid.