- Doe de kippendijen in een ziplock zakje. Hier voeg je de sambal, zonnebloemolie, citroen en alle kruiden aan toe. Druk het zakje dicht, maar zorg ervoor dat er zo min mogelijk lucht in het zakje zit. Beweeg en kneed het zakje nu goed door, zodat alle kippendijen met de kruidenmarinade bedekt zijn. Laat dit, het liefst 12 uur, in de koelkast marineren.
- Verwarm de oven voor op 250 grade Celcius (225 hete lucht). Haal de gemarineerde kip piri piri uit het zakje, leg naast elkaar in een braadslee en bak alvast 30 minuten in de oven. Haal ze vervolgens uit de oven en haal de kippendijen eruit.
- Schep het braadvocht en overgebleven marinade uit het zakje in een pannetje (met anti-aanbaklaag) en verwarm op middelhoog vuur. Laat dit voor ongeveer een minuutje inkoken en roer het goed door zodat de olie zich vermengt. Kwast hiermee de kip piri piri mee in, zodat ze een mooi glans laagje krijgen. De rest van deze ‘saus’ kun je bijvoorbeeld over de rijst of sperziebonen doen.
Groetjes, Jade van Boekel