Voor je begint: zorg er voor dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn! Haal ze hiervoor 30 minuten van tevoren uit de koelkast.

1. Verwarm de oven voor op 160 graden (145 hetelucht). Plaats een bakje water onderin de oven. Bekleed de springvorm met bakpapier en zet apart.
2. Klop de roomboter, suiker en zout in 10 minuten volledig zacht en romig met een keukenmixer.
3. Voeg vervolgens één voor één de eieren toe: Voeg het volgende ei pas toe als de vorige helemaal opgenomen. Voeg tot slot de melk toe en zet de mixer uit.
4. Roer de bloem met de kaneel, bakpoeder en custardpoeder door elkaar. Spatel de bloem in 3 delen door het cakebeslag. Niet teveel roeren dus. Schep het cakebeslag in de bakvorm en strijk de bovenkant glad met de spatel.
5. Schil de appels, verwijder het klokhuis met de appelboor en snijd de appels in dunne plakken. Leg deze plakken overlappend in een cirkel langs de buitenrand van de vorm. Plaats in het midden een halve appel in plakjes.
6. Gebruik nu de bakspay om de bovenkant kort in te spuiten. Je kunt ook boter smelten en hier de bovenkant van de appelcake voorzichtig mee inkwasten. Bestrooi vervolgens met kaneel.
7. Plaats de appelcake in de voorverwarmde oven en bak de cake in 1 uur gaar. Laat daarna 5 minuten in de vorm staan alvorens de rand te verwijderen.
8. Zodra de cake uit de oven komt roer je de abrikozenjam even los – voeg desnoods 1 el gekookt water toe om losser te maken – en kwast hiermee de bovenzijde van de appelcake in. Dit geeft een mooie glans en conserveert als het ware de appels ook meteen.

Eet smakelijk! Groetjes, Betty