Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Zet het ovenrooster klaar met een vel bakpapier erop.
Pers de knoflook alvast uit en snij of knip de salie heel fijn. Van de halve citroen rasp je de schil (zeste) en pers het sap uit in een kommetje. Als de Parmezaanse kaas nog niet geraspt is, rasp je deze heel fijn. De pecannoten hak of breek je fijn.
Pak 2 kommen. Meng in de ene kom de boerenkool met 2 el. olijfolie, 25 gram (dus de helft) van de Parmzaanse kaas en wat peper naar eigen smaak. In de andere kom meng je de pompoen met 2 el. olijfolie en peper en zout. Schep beide goed om.
Schep vervolgens de pompoen op één helft van het bakpapier. Plaats voor 30 minuten in de voorverwarmde oven. Na 15 minuten haal je het ovenrooster uit de oven. Hussel de pompoen, en de boerenkool schep je op de andere helft van het bakpapier. Plaats voor de laatste 15 minuten in de oven.
Bereid ondertussen de pasta volgens de gebruiksaanwijzing. Kook de pasta in water waarin je het groentebouillonblokje laat oplossen. Bewaar het kookvocht als je de pasta afgiet zodra deze gaar is.
Als de pasta en groenten gaar zijn, meng je alles in een grote serveerkom: de pasta, geroosterde pompoen, boerenkool, een flinke scheut van het kookvocht, de salie, citroensap en -zeste, de rest van de Parmezaanse kaas, de pecannoten en de knoflook. Schep alles goed door elkaar, proef, en voeg naar eigen smaak nog peper en zout toe.