- Verwarm de oven voor op 200 graden (180 hete lucht). Bekleed een muffin tray met 12 papieren vormpjes en zet apart.
- Meng in een ruime kom de bloem met de suiker, kaneel, bakpoeder en baking soda. Dit vormt de ‘droge mix’.
- Stop de eieren in de mengkom van een keukenmixer. Giet hier de melk en zonnebloemolie bij en breng op smaak met de vanille. Klop met de mixer zachtjes luchtig gedurende een paar minuten. Dit vormt de ‘natte mix’.
- Ondertussen ga je vast de stroopwafels in blokjes snijden. Als je fudge gebruikt in plaats van karamelblokjes dan moet je de fudge dus zelf ook nog even in staafjes en vervolgens blokjes snijden.
- Meng nu de ‘droge mix’ met de ‘natte mix’. Blijf niet te lang kloppen maar zorg dat alles goed samenbind. Roer vervolgens alleen nog de blokjes stroopwafel en karamel er doorheen. Gebruik een ijsscoop om het beslag in de muffinvormpjes te scheppen.
- Voor de topping: plaats je een mini stroopwafel, op zijn kant, in het beslag. Druk deze goed omlaag om vast te zetten. Top de bovenkant van het beslag voor de rest af met nog de extra karamelblokjes en een extra stroopwafel in blokjes.
- Plaats de tray in de oven en bak de stroopwafel muffins gedurende 20 minuten gaar. Laat 1 minuut staan om je vingers niet te branden, maar haal de muffins direct uit de vorm en plaats op een rooster om af te koelen. Als je ze namelijk langer laat zitten stolt eventueel uitgelopen karamel en krijg je ze bijna niet meer uit de vorm.
Eet smakelijk! Groetjes, Betty