Dit is een uitgebreide beschrijving voor zelf risotto maken. Deze klassieker uit de Italiaanse keuken is een lekker voorgerecht, bijgerecht of zelfs hoofdmaaltijd met extra groente met vleesvis.
Niet elke rijst is geschikt voor risotto. Doordat er veel bouillon wordt toegevoegd aan een risotto, heb je een rijstkorrel nodig die veel vocht kan opnemen. Je maakt tenslotte een smeuïge risotto en geen soep met rijst. Gebruik daarom het liefst een arborio of carnaroli rijstkorrel. Deze zijn mooi rond van vorm en blijven ‘stevig’ tijdens het kook process.
De echte smaakmaker voor een goede risotto is de soffritto. Dit is een basis van gebakken groenten die bepalend zijn voor de smaak die je aan de rijst meegeeft. De ui en de bleekselderij zijn mijn persoonlijke favorieten, samen met een beetje knoflook. Snijd deze groenten zo fijn mogelijk (mini blokjes) en bak rustig zacht in een laagje olijfolie. Je huis gaat er heerlijk door ruiken, en de basis voor de risotto is gelegd.
Na het maken van de soffritto voeg je ongewassen(!) de rijst toe. Wassen verwijderd al een deel van het zetmeel, dat juist zo bepalend is voor die smeuïge smaak. Bak de rijst dus enkel rondom aan, en blus af met een glaasje droge witte wijn. Wijn is goed voor je (mits met mate gedronken) en het is gewoon lekker! Overigens verdampt een groot deel van de alcohol tijdens het kookproces, maar de smaak die overblijft is niet te evenaren. Gewoon even droog laten koken, en dan is het tijd voor de bouillon.
Zodra de wijn verdampt is, voeg je opscheplepel voor opscheplepel de bouillon toe. En blijf roeren, vooral heel veel roeren. Heerlijk even je verstand op 0 zetten, en je gedachten lekker laten gaan. Je mag van mij zelfs even je werkdag overpeinzen. Maar niet te lang, want voordat je het weet is het alweer tijd voor de volgende opscheplepel met bouillon. Het roeren maakt tevens de zetmeel in de rijst los, waardoor je een hele smeuige risotto krijgt. Én het roeren voorkomt ook nog eens dat de gegaarde rijst aan de bodem van de pan vastplakt. Dus, lekker 20 minuten blijven roeren!
Aan de risotto voeg je ook wat groenten naar keus toe. Zorg dat deze vooraf alvast fijngesneden zijn, en kook deze de laatste 10 minuten mee in de risotto. Je kan werkelijk alles toevoegen: plakjes champignons, blokjes courgette, een hand vol gewassen spinazie blaadjes, en kopje ontdooide diepvries erwtjes… Wat jij wilt! Zo kom je al gauw aan die 2 ons groenten per dag, en de groenten geven ook nog eens extra smaak aan de risotto.
Zodra je klaar bent met het kook- en roer proces, proef je altijd even een korreltje rijst om te kijken of deze beetgaar is. Haal hierna de pan van het vuur en voeg de boter en de Parmezaanse kaas toe. Zet vervolgens de deksel terug op de pan en laat een paar minuten staan. De rijke smaken van de boter en kaas trekken nu ook in de rijst, en zorgen voor een glanzende en romige finishing touch: Pronto! (=klaar/af) Niets meer aan doen… behalve heel snel opeten! Buon appetito!
Find it online: https://bettyskitchen.nl/risotto-maken/