1. Verwarm de oven voor en beleg een bakplaat met bakpapier. Check de temperatuur en bereidingswijze op de verpakking van de bladerdeeg pasteibakjes, Bij mij was dit 10 minuten verwarmen op 165 graden. Je kunt er nog voor kiezen om vooraf met een mesje het ‘rondje’ (ook wel ‘kapje’) los te snijden en naast de pasteitjes op de bakplaat te leggen voor het bakken.
2. Boen de paddenstoelen schoon en snijd ze in plakjes. Verwarm de koekenpan op medium vuur met 25 gram van de roomboter en bak de paddenstoelen gedurende 3 minuten zacht. Schenk de sherry erbij en schep om gedurende 1 minuut. Zet daarna het vuur uit.
3. Verwarm een klein kookpannetje en smelt hierin 50 gram boter. Voeg de gesnipperde uit toe en bak deze gedurende een paar minuten in de boter tot ze begint te kleuren. Voeg daarna de bloem toe en roer goed door. Je maakt nu als het ware een ‘roux’ en deze dien je op middelmatig vuur aan te bakken gedurende een paar minuten, tot hij lichtbruin begint te kleuren. Goed blijven roeren. 
4. Voeg nu de peterselie, tijm en dragon toe en bak even kort aan in de roux. Blus daarna de warme roux af met exact 300 ml afgekoelde bouillon en breng aan de kook gedurende 1 minuut.
5. Verlaag daarna het vuur en roer de kookroom erdoorheen. Laat deze ook 1 minuut verwarmen. Proef en breng de ragout op smaak met peper en zout. Zet daarna het vuur uit en roer de stukjes champignons incl. bakvet er door heen.
6. Vul de pasteibakjes met de warme kipragout en plaats het ‘kapje’ bovenop. Je mag echt alle ragout opmaken, dus wat er niet in past, schep je naast het bladerdeeg bakje op je bord. Serveer de pasteitjes met champignonragout direct.

Eet smakelijk!