1. Pel en snipper de ui. Schil de winterwortel met een dunschiller en snijd hem in blokjes.  Schil de bleekselderij (om de draden te verwijderen) en snijd in smalle boogjes.
2. Dep de kalfsschenkels droog met keukenpapier en wentel deze daarna door de bloem. Verhit de olie in een braadpan en schroei de kalfsschenkels aan beide kanten dicht. (Mocht de pan slechts groot genoeg zijn voor 2 schenkels tegelijkertijd, splits het bakken dan ook op in twee porties). Leg ze na het bakken op een bord en bestrooi met zout en peper (aan beide kanten).
3. Bak in de overgebleven olie de ui, wortel en bleekselderij zachtjes in 2 minuten. Voeg dan de wijn, tomaten, bouillonblokje, tijm en laurierblaadtjes toe.
4. Roer alles goed door elkaar en breng aan de kook.  Leg de kalfsschenkels in de saus en laat het vlees op een laag vuurtje gaar stoven, gedurende 1,5 – 2 uur.
5. Meng de maizena met 2 eetlepels koud water (dit voorkomt klontjes). Schep de kalfsschenkels uit de pan in een warme (oven)schaal. Verwijder de laurierblaadjes uit de saus en roer het maizena mengsel door de saus. Breng daarna de saus op smaak met zout en peper.
6. Voor de ‘gremolata’:  Pers in een apart kommetje  de knoflookteen uit. Meng de peterselie en citroenschillen met de knoflook.
7. Eventueel kun je de saus eerst nog een paar minuten laten inkoken om deze dikker te maken. Schep daarna de saus  over de kalfsschenkels en strooi de ‘gremolata’ er overheen. Ossobuco is een gerecht dat niet op zich laat wachten en dient dus direct gegeten te worden.

Buon Appetito!

Groetjes, Betty