Bekleed de bakvorm met bakpapier. Stop de blokjes boter in de mixerkom. Voeg hier zout en twee soorten suiker aan toe. Mix kort en op de lage stand tot een glad mengsel. Je wilt zo min mogelijk lucht in het deeg. Tip: gebruik hiervoor de bisschopsspatel ipv de garde (als je die hebt).
Voeg daarna pas de bloem en eierdooier toe en mix tot een kruimelig deeg. Tot slot gaat de rozemarijn en stukje abrikozen erbij en mix je het geheel tot een stevig deeg.
Haal het deeg uit de kom en verdeel gelijkmatig in de bakvorm. Gebruik hier als eerste je vingers voor. Later kun je het deeg nog goed platdrukken met bijvoorbeeld de onderkant van een (vierkant) glas.
Trek met een vork lichte strepen in een ruitjes patroon, die zo kenmerkend is voor de boterkoek. Als topping bestrijk je de bovenzijde nu met losgeklopte eidooier (of smeer in met melk).
Bestrooi het geheel met de amandelstiften en druk lichtjes aan met de bolle kant van een lepel.
Laat de vorm eventjes op het aanrecht staan zodat het deeg kan rusten. Dit is dan ook pas het moment om de oven aan te zetten en voor te verwarm en op 200 graden Celcius (180 hetelucht).
Schuif de bakvorm op een rooster in het midden van de oven en bak deze in 22 – 24 minuten gaar.
Zet de koek minimaal twee uur op het aanrecht om af te laten koelen. Til de afgekoelde boterkoek met rozemarijn en abrikozen aan het bakpapier uit de vorm en snijd in 9 – 12 blokken.
Eet smakelijk!
Notes
Eenmaal versgebakken en afgekoeld kun je de stukken boterkoek ook invriezen. Dan blijft het tot 3 maanden goed.