1. Verwarm de oven voor op 180 graden (165 hetelucht). Spray bakspray in 6 holtes van een muffintray. Tip: Gebruik niet 6 holtes naast elkaar maar om-en-om, dan rijzen de cruffins hoger en beter.
2. Ga als eerste de suikersiroop maken: stop het water in een steelpannetje samen met de kristalsuiker. Breng dit aan de kook en laat gedurende 2-3 minuten doorkoken. Draai daarna het vuur uit en zet even apart om af te koelen.
3. Rol het croissantdeeg uit op het aanrecht en snijd in 3 stukken (zie stippenlijn). Knijp met je vingers bij elk stuk de diagonale lijn dicht zodat je geen gaatjes krijgt.
4. Stop de pistachenoten, walnoten met de poedersuiker en kaneel in de foodprocessor en maal deze grof (niet tot poeder!).
5. Roer de honing en citroensap door de beetje afgekoelde syrup, net zo lang tot de honing oplost. Voeg nu 5 -6  eetlepels van de syrup toe aan het notenmengsel en roer goed door elkaar. De noten zouden nu een beetje moeten gaan plakken dus besmeer direct de 3 lappen croissant deeg met dit mengsel.
6. Rol de drie stukken bladerdeeg in de lengte op, zodat je 3 lange dunne worsten krijgt. Snijd elke worst in de lengte doormidden, zodat je totaal 6 nog dunnere stukken deeg krijgt.
7. Rol de stukken deeg op, met de noten naar binnen, en plaats elke cruffin in een ingevette muffin holte. Kwast elke baklava cruffin in met het geklutste ei en plaats de muffintray in het midden van de oven. Bak de cruffins in 10-15 minuten gaar en goudbruin. Laat even een minuutje koelen in de vorm.
8. Haal de baklava cruffins uit de vorm en verplaatst naar een rooster, met daaronder keukenpapier. Kwast alle baklava cruffins in met de overgebleven suikersiroop en laat iets opdrogen voor het serveren.

Besaha! (=eet smakelijk!)