1. Stop het bloem, vanillesuiker, bakpoeder en bakingsoda in een ruime kom. Kluts de eieren los met de karnemelk en schenk bij de droge bestanddelen. Steek een staafmixer in het beslag en mix door elkaar. Je wilt met name dat de bakingsoda goed oplost!
2. Tot slot voeg je de gesmolten roomboter doe en mix dan het beslag nog even kort. Zet de kom apart zodat de bloem goed opgenomen kan worden door de karnemelk.
3. In de tussentijd ga je de gebakken appeltjes maken. Schil hiervoor de appel en snijd ze in partjes of grove stukken. Stop in een kom. Giet de rozijnen af en dep even na met een keukenpapiertje. Voeg de rozijnen toe aan de appeltje, samen met de suiker, vanillesuiker en kaneel. Roer het geheel even goed om.
4. Verwarm ondertussen een koekenpan op medium vuur en smelt de roomboter. Bak hierin de appeltjes rondom aan tot ze lichtbruin en gekarameliseerd worden in 5-10 minuten. Doe tussentijds een deksel op de koekenpan (als je die hebt) dan worden de appeltjes nog zachter!
5. Verwarm (opnieuw de) koekenpan of bakplaat op medium hoog. Voeg  olie of boter voor bakken toe en schenk kleine hoopjes pancakebeslag uit. Bak 2-3 minuten tot egaal gestold aan die kant. Er zullen zich belletjes gaan vormen aan de bovenkant. Gebruik een spatel om de pancakes om te draaien en bak de andere kant ook gedurende 2 minuten. Maak ze daarom ook niet te groot (ca 8-10 cm) want anders moeten ze langer bakken. Serveer je pancakes direct en met de gebakken appeltjes bovenop.

Eet smakelijk! Groetjes, Betty