1. Meng het volkorenmeel met het zout in een kom. Giet vervolgens het water erbij en roer even goed door met een lepel. Kneed daarna het deeg heel goed met het hand bij elkaar tot het samenhangend en soepel is (Niet meer dan 5 minuten hoor).
2. Dek de kom af met een vochtige theedoek en laat het chapati deeg op kamertemperatuur 60 minuten rusten.
3. Bestuif een werkblad met een beetje gewone bloem en stort hier het deeg op uit. Kneed nog een laatste paar keer goed door en verdeel het deeg in 8 gelijke stukken. Rol elk stuk tot een bal.
4. Verwarm een koekenpan op middenhoog vuur. Gebruik geen olie of boter.
5. Met behulp van je handpalm druk je een bal uit tot een dun rond plat brood. Gebruik liever geen deegroller want als het deeg te dun is bakt deze heel erg krokant (lees: hard) Leg de lap deeg in de koekenpan en bak 2 minuten aan elke kant. Je kunt tussentijds met een spatel in het midden drukken, door de warmte zal de chapati ook wat gaan ‘op-poffen’.
6. Schep de Indiase volkoren roti uit de pan op een bord en gebruik het blok boter om de bovenzijde direct in te smeren. Door de warmte zal de boter smelten, intrekken en de chapati flexibeler maken om bijvoorbeeld op te rollen.
7. Hou de versgebakken chapati warm onder de vochtige theedoek, tot je de overige stukken deeg hebt gebakken etc. en aan tafel gaat.

Eet smakelijk!